Op 29 september 1918 wordt Willebrordus Hermanus Gregorius Cornelis van den Heuvel – roepnaam Wilhelm – geboren in Borne als zoon van grondwerker Hendrikus van den Heuvel (Nijkerk 1888) en Johanna Kroeze (Tubbergen ca. 1891). Zijn ouders zijn in 1911 getrouwd. Vader is een rustige man, moeder is streng. Het gezin is rooms-katholiek. Hendrikus overlijdt begin 1926 als zijn zoon 7 jaar is. Van den Heuvel wordt timmerman. Voor de Nederlandse spoorwegen onderhoudt hij treinsporen.
De oorlog
In juli 1940 verhuist Van den Heuvel vanuit Borne naar Amersfoort. In november is hij weer terug in Borne. Begin 1944 komt hij een vriendinnetje van vroeger tegen, Grada Johanna Kamerink (1918). Zij is geboren op een boerderij in het gehucht Rectum bij Wierden. Haar moeder is al jong overleden en Grada is vroeg uit huis gegaan, omdat haar karakter botst met dat van haar vader. Ze werkt als kamermeisje bij hotel De Leeuw in Almelo. Dat is waarschijnlijk de plek waar ze Wilhelm weer ontmoet. Op 15 juni 1944 – Grada is dan al in verwachting – trouwt het paar. Van den Heuvel woont op dat moment in de Ruyterstraat in Borne. Zijn kersverse echtgenote trekt in juli bij hem in. Vervolgens verhuist het stel naar Almelo, want daar wordt op 18 november 1944 hun dochter Grada Johanna Hendrika geboren. Begin december woont het gezin op de Lijsterstraat 5 (nu de J.B. van Loghemstraat) in de sociale woningbouw van de arbeiderswijk Witvoetenland. Tegenover hen op Lijsterstraat 6 woont de met Wilhelm gefusilleerde bakkershulp Gerhardus Hendrikus ten Voorde. Van den Heuvel wordt echter al gauw opgenomen met pleuritis (een ontsteking van het long- of borstvlies) in het Diaconessenhuis in Almelo. De ziekte zelf is niet besmettelijk, maar oorzaken als een longontsteking of acute bronchitis kunnen dat wel zijn. Daarom ligt Wilhelm in een speciaal afgeschermde tent en kan hij zijn dochtertje alleen van afstand zien. Ondanks de aandoening wordt Van den Heuvel op 2 januari 1945 door de Duitse Feldgendarmerie gearresteerd, net als Ten Voorde. In hun naoorlogs dossier staat dat de laatste in het bezit van vuurwapens was en dat beide mannen aan zwarte handel deden. Maar volgens dochter Grada was haar vader geen zwarthandelaar. Hij was juist zeer empathisch en zou in het verzet hebben gezeten. Via het Huis van Bewaring in Almelo belanden Van den Heuvel en Ten Voorde in De Kruisberg. Op 2 maart staan ze beiden voor het vuurpeloton.
Van den Heuvel wordt zaterdag 19 mei 1945 begraven op de Rooms Katholieke Begraafplaats in Almelo. Zijn weduwe redt zichzelf met haar dochter, maar wil niet over haar overleden echtgenoot praten. Ze verdient de kost als kamermeisje en maakt huizen schoon. Het tweetal is dan inmiddels verhuisd naar de Alidastraat, waar ook kostgangers inwonen. Als haar dochter 7 jaar oud is trouwt Grada opnieuw en verhuist het gezin naar Rijssen. Als dochter Grada in de vijftig is zal ze van haar tante (een zus van haar moeder) horen dat Van den Heuvel niet haar biologische vader is. Wilhelm heeft dat zelf zeer waarschijnlijk nooit geweten. Zijn graf is inmiddels geruimd.