Op 10 juni 1914 wordt Geert Salomons geboren te Ambt Hardenberg (Slagharen) als zoon van landbouwer Lucas Salomons en Willemina Theisens. Salomons trouwt op 16 april 1941 met Janette Nantine Medendorp (Gramsbergen 1919). Ze krijgen maart 1942 een zoon, Lucas, die in de zomer van 1944 overlijdt. Eind januari ‘45 wordt een dochter – Jantina Wilhelmina – geboren, die haar vader nooit zal zien. Salomons is boer en woont in Bergentheim. Hij heeft familiebanden met Derk te Rietstap en Gerrit Ormel.
De oorlog
In de oorlog zit Salomons met Ormel en Te Rietstap in het verzet. De boerderij van de laatste is een centrum voor illegale activiteiten in de omgeving van Bergentheim. Geert Theissens werkt ook nauw met hen samen. Salomons is zeer actief: “iemand die altijd en overal hulp verleende”(bron: dossier NBS, Nationaal Archief). Net als Ormel en Te Rietstap zorgt hij voor onderduikplekken en heeft thuis onderduikers: vanaf 1942 Joden, piloten, knokploegleden en medewerkers van de Trouw-groep, waar hij ook deel van uitmaakt. Koeriersters uit Groningen bezorgen de krant bij Te Rietstap en verzetsstrijders verspreiden die in de omgeving van Bergentheim. Ook werken de vier mannen samen met de K.P., plannen sabotageacties en overvallen in juni 1944 een distributiekantoor in Coevorden. Na deze actie houden ze zich schuil in Salomons landbouwschuur, midden in het veld, die wordt gebruikt als geheime opbergplek. Het verzet uit Hardenberg verstopt er bijvoorbeeld een gekaapte bus van een muziekgezelschap van het Duitse leger, dat in Hardenberg verblijft. De bus wordt verborgen onder balen stro en niet door de Duitsers teruggevonden. Salomons’ weduwe zal na de oorlog schrijven: “Hij deed het werk daar hij het voelde als zijn plicht” (aanmeldformulier Erelijst).
In september 1944 wordt Salomons lid van de Binnenlandse Strijdkrachten en doet mee aan sabotageacties en spionage. Hij was al aangesloten bij de Raad van Verzet. Op vrijdag 12 januari 1945 wordt Salomons gearresteerd, net als Te Rietstap, Ormel en 8 andere mannen uit de omgeving van Hardenberg. Hij had op dat moment eigenlijk in de Krim moeten zijn, omdat zijn vader die dag jarig is, maar voor zijn hoogzwangere vrouw is hij in Bergentheim gebleven. Aanvankelijk treffen de agenten Salomons niet thuis, maar als ze weggaan fietst hij hen tegemoet: om 11:45 op weg naar huis voor de middagmaaltijd. Bonko Rotgers, een SD’er uit Bergentheim, herkent hem. Alle gearresteerde mannen belanden in Kamp Erika, waar ze zwaar worden verhoord. Daarna wacht het huis van bewaring in Almelo, waar Salomons bericht ontvangt dat hij vader is geworden van een meisje. De Kruisberg en het Rademakersbroek volgen echter onverbiddelijk.