Op 3 oktober 1909 wordt Gijs Albertus Schaftenaar geboren in Harderwijk als zoon van horlogemaker Hendrik Schaftenaar (Harderwijk 1874) en Gesina Mouw (Epe 1869). Hij heeft twee oudere zussen: Hendrika (1905) en Dirkje (1907). De eerste zal 13 jaar oud overlijden. Schaftenaar volgt in de jaren dertig zijn vader op in de zaak, die hij in 1901 is begonnen. In 1937 trouwt Bert met Berendina – Dini – Catharina Jenneken ter Weer (Enschede 1914). Hun winkel met huis erboven is op Markt 16 in Harderwijk.
De oorlog
In de oorlog komt Schaftenaar via gemeentesecretaris en verzetsman Wouter van Dam – ook gefusilleerd bij het Rademakersbroek – in aanraking met de illegaliteit. De goudsmid verspreidt de verzetskrant Vrij Nederland, die eind augustus 1940 voor het eerst verschijnt. Waarschijnlijk is het een regionale versie voor de Noordwest-Veluwe. Markt 16 is postadres en verzamelpunt voor berichten. Ook wordt het een uitvalsbasis voor het verzet: de winkel dient als dekmantel, terwijl de Concertzaal er schuin tegenover een ontspanningsplek is voor de Duitsers. Schaftenaar en zijn vrouw hebben veel tijdelijke logees en onderduikers in huis. Verzetsmensen vergaderen en slapen in de werkplaats en zijn vaak ’s ochtends vroeg alweer vertrokken. Een van de onderduikers is Gerrit Jan Schutten uit Hengelo, die zich als ex-militair later in de oorlog niet wil melden voor krijgsgevangenschap. Hij is verloofd met Dini’s zus Fredi – die in Hengelo woont – en gaat deelnemen aan de illegale activiteiten op Markt 16. Dini verzorgt ook bonkaarten en plekken voor onderduikers buitenshuis. Ze heeft bijvoorbeeld contact met dominee Leendert Overduin – initiatiefnemer van de landelijke verzetsgroep Overduin – uit Enschede, die zich inzet voor de Joden. Zo komt een aantal van hen in Harderwijk terecht, waar Dini een deel van de zorg op zich neemt. Ook is het echtpaar Schaftenaar betrokken bij het Verscholen Dorp in de bossen bij Vierhouten. Dini verzorgt vaak levensmiddelen en verzetskranten, zoals Vrij Nederland en Strijdend Nederland. Vanaf najaar ‘44 is Markt 16 ook postadres voor de koeriers- en inlichtingendienst Rolls Royce: een landelijk netwerk dat opereert vanuit de randstad, om de spoorwegstaking te omzeilen. Rolls Royce-lid en Rademakersbroek-slachtoffer Leendert Hohoff uit Amsterdam kent Schaftenaar en heeft Harderwijk in het laatste oorlogsjaar bezocht. Schaftenaars vrouw is koerierster: haar adres in Nunspeet is begin 1945 het huis van Rademakersbroek-slachtoffer Dionisius Bakker, bij wie een nieuwe posthouder van de Rolls Roycelijn in Nunspeet een tijd verblijft. Dat adres wordt op 13 februari binnengevallen: posthouder Harry ontkomt, maar Bakker wordt gearresteerd.
Begin 1945 rolt de SD namelijk de tak Amersfoort – Zwolle van de Rolls Roycelijn op. Verraad kan een oorzaak zijn of loslippige medewerkers. Via het volgen, arresteren en verhoren van een koerier of posthouder wordt telkens een nieuw adres ontdekt. En zo komt de SD ook uit bij de juwelierswinkel in Harderwijk. Koerierster Eddy Kiel uit Nunspeet heeft onder dwang Bakkers adres losgelaten en waarschijnlijk ook Markt 16 genoemd. Op 15 februari 1945 valt de SD de winkel binnen. Schaftenaar, zijn vrouw, Schutten en hun evacué reserveluitenant Perelaer worden gearresteerd. Perelaers Joodse vrouw wordt daarbij over het hoofd gezien. De arrestanten worden naar de Willem III-kazerne in Apeldoorn gebracht. Dini zal haar man voor het laatst zien als zij naar haar verhoor gaat en Schaftenaar er net vandaan komt. Hij ziet er slecht en zwaar mishandeld uit en vraagt of zij mishandeld is. Ze antwoordt nee om hem verdriet te besparen. Schaftenaar zal onder dwang van de SD vanuit de auto een andere posthouder aanwijzen. Een paar dagen na de arrestatie rooft de SD de winkel en woning leeg. Schaftenaar en Schutten belanden in De Kruisberg. Perelaer sterft door uitputting op treintransport in Duitsland. Dini’s weg leidt naar Westerbork. Als de geallieerden naderen moet ze met 100 vrouwen op transport naar het noorden. Ze fungeren als menselijk schild voor de Duitsers, maar worden bij Grijpskerk bevrijd. Dini keert eind april terug naar Harderwijk. Haar moeder en zus fietsen op 1 mei vanuit Hengelo naar haar toe. Het weerzien is gelukkig en droevig tegelijk. Op 4 mei wordt Schaftenaar samen met Wouter van Dam in zijn woonplaats herbegraven. De belangstelling is groot en Bert wordt begraven onder een vlag van het Rode Kruis en veel bloemen. Een paar dagen later op 9 mei wordt Schutten begraven in Enschede. Dini zet de juwelierszaak van haar man voort met steun van haar zus, die bij haar komt wonen. Fredi trouwt uiteindelijk met een groenteboer in Harderwijk. Dini zal in 1962 hertrouwen. Na de oorlog zal ze vertellen: “Ik weet dus uit bittere ervaring, hoe de verhoren bij de SD waren, maar wil hierover liever zwijgen. Alleen wil ik nog toevoegen, dat het voor mij steeds een heerlijk en rustig gevoel is, dat het mij gegeven is geweest geen namen te noemen, niettegenstaande alles dat ik daarvoor heb moeten doorstaan.” (T.A. Boeree, Het verzet op de Veluwe deel 2). De nacht voor hun arrestatie heeft Schaftenaars vrouw alles in een droom gezien, maar Perelaer overtuigde de anderen dat dit “overspannen zenuwen” waren. Anders waren ze die rampzalige dag van 15 februari 1945 ondergedoken.