Op 11 januari 1898 wordt Albert Timmerman geboren in Gramsbergen als zoon van landbouwer Hendrik Jan Timmerman en Jennigje Espeldoorn. Albert is de tweede van zes kinderen, maar de anderen overlijden of zeer jong of worden dood geboren. Op 22 december 1904 sterft Timmermans moeder bij de bevalling van haar zesde, eveneens levenloze baby, vlak voor Alberts 7e verjaardag. Het gezin woont dan in Brucht. Vader hertrouwt binnen een jaar met een weduwe, maar hij zal ook weer scheiden als Albert 13 is. Timmerman treedt op 11 juni 1926 in het huwelijk met Zwaantien Waterink (Hardenberg 1901). Hij is landbouwer, het echtpaar woont in Bergentheim en krijgt twee kinderen: Jennigje (1927) en Hendrik Jan (1930). Albert is een lieve en zachtaardige man. Het gezin is gereformeerd.
De oorlog
In de oorlog zit Timmerman bij de Trouw-groep, die samenkomt in de boerderij van Derk te Rietstap aan de Van Roijenswijk in Kloosterhaar. Ook biedt hij hulp aan piloten. Bovendien heeft Albert een wapendepot voor de bij Stegeren gedropte wapens. Hij zit bij de RVV en de Binnenlandse Strijdkrachten in Bergentheim district Salland onder leiding van commandant Evert Schippers. Timmerman werkt onder andere samen met Albert Bols, Mans Schuurman en Gerrit Griemink.
Op 12 januari – de dag na zijn 47e verjaardag – wordt Timmerman gearresteerd. Zijn kinderen zullen zich het trappen tegen de deur, schreeuwen en slaan een leven lang herinneren. Hij wordt naar Kamp Erika gebracht, net als andere leden van de Trouw-groep uit de omgeving van Hardenberg. Albert Bols en Mans Schuurman zijn namelijk de dag ervoor betrapt bij het opruimen van papieren in de pastorie van dominee Dijkhuis, die ook lid is van het verzet. Beide mannen konden ontsnappen, maar moesten hun fiets met adresplaatje achterlaten en werden zo toch gearresteerd. Tijdens zwaar verhoor in Kamp Erika zijn ze doorgeslagen. Timmerman is een van de 12 mannen uit de omgeving van Hardenberg die uiteindelijk gefusilleerd zal worden bij het Rademakersbroek. Al deze arrestanten worden na gevangenschap in Kamp Erika vastgezet in het huis van bewaring in Almelo. Op 21 februari wacht De Kruisberg. De groep zal op 27 april samen in Bergentheim worden herbegraven. De 12 graven vormen een monument. Zijn echtgenote zal nooit hertrouwen en naar het gevoel van haar kinderen en kleinkinderen is ze altijd in de rouw gebleven. Het verlies van hun vader drukt een zware stempel op Jennigje en Hendrik Jan voor de rest van hun leven. Pas in de jaren negentig zal de familie het verhaal rondom het Rademakersbroek leren kennen.